Dit artikel verscheen in april 2007 in EA-Nieuws nummer 3 van jaargang 2006-2007, een uitgave van Eurovision Artists.
 
 


Het is niet te geloven hoe ik daar stond te slingeren!

Conny Vandenbos en het songfestival


Tekst: Marc Bijlsma
Foto’s: De Telegraaf, Frans van Loenen, Universal, archief Marc Bijlsma


 
   
 
In de jaren '50 zingt Conny in het koor van Herman Broekhuizen, dat vaak op de radio te horen is. Omdat haar stem opvalt, mag ze regelmatig solopartijen voor haar rekening nemen. Conny beschouwt zingen als een leuke hobby, maar heeft niet het idee dat ze er haar brood mee zal kunnen verdienen. Af en toe treedt ze op tijdens amateuravondjes of doet ze mee aan wedstrijden zoals in 1959 aan "Wie zingt het beste "Een Beetje"?". Die wedstrijd is georganiseerd naar aanleiding van de overwinning van Teddy Scholten op het Eurovisie Songfestival. Conny zingt haar versie van het lied en wint.

Conny heeft het zingen niet van een vreemde: "Mijn vader zong uitstekend, maar hij had een goede zaak en die geef je niet zomaar op. Zelf zong ik ook graag en ik was altijd voor een feestje te vinden waar we wat konden zingen en spelen. Je weet... het waren de dagen van de amateuravondjes. Ik probeerde mee te doen, maar het lukte over het algemeen niet erg. Tot die ene keer, toen er een Springplankman in de zaal zat".

 
    Dat is eind 1959. Iemand van KRO's Springplank hoort Conny's stem en hij nodigt haar uit om in het populaire radioprogramma voor jong talent te komen optreden. In februari 1960 maakt Conny haar opwachting met "Un jour tu verras", een succes van de indertijd populaire zanger Mouloudji. Conny wordt daarna vaker gevraagd voor Springplank en zo langzaam maar zeker beginnen er meer aanbiedingen te komen, zoals van AVRO's Nieuwe Oogst, een soortgelijk programma als Springplank.

In 1961 ontvangt Conny een brief waarin staat: "U bent uitgenodigd auditie te komen doen voor een belangrijk muzikaal evenement". Conny: "Ik dacht: dat moet het Knokke-festival zijn, maar dat kan niet want daar word ik natuurlijk nooit voor uitgenodigd. Want ik was helemaal niks of niemand. Ik ben toch gegaan, werd uitgekozen en toen bleek het tóch het Knokke-festival te zijn".

Hoewel de Nederlandse ploeg in de Belgische badplaats een sobere indruk maakt, is Conny volgens de pers beslist een lichtpunt en alles wijst erop, dat zij aan het begin staat van een snelle carrière. Zelf meent ze dat Knokke haar veel goed heeft gedaan. "Ik heb er echt veel van geleerd en ik weet dat het goed was voor mijn publiciteit. Ik was een ontdekking, schreven sommige kranten. Ik ben niet naast mijn schoenen gaan lopen, want succes is zo broos, zo tijdelijk." Conny sleept door haar deelname een platencontract in de wacht, en eind 1961 verschijnt haar eerste single, "Ninotchka". Hoewel Conny ervan overtuigd is dat haar
 
  stem en voordracht nog moeten groeien, verwacht ze veel van de plaat. De verkopen zijn echter op z'n best matig te noemen. Zij heeft na het Knokke-festival het gevoel van "nu gaat het gebeuren"; maar de aanbiedingen blijven uit. Ze is in een soort artistiek luchtledig beland. Iedereen had haar verteld dat ze het goed had gedaan, maar het werk blijft schaars.
"Ik voelde me uit 't lood geslagen. Ik had er eigenlijk nooit aan getwijfeld of de keuze van mijn repertoire wel geschikt voor me was. Ik geloofde erin en dat was voldoende. Maar toen er helemaal niets gebeurde, werd ik mismoedig. Ik wist het niet meer. Het was in deze stemming dat ik toehapte toen mijn platenmaatschappij me vroeg of ik niet eens wat commerciëlers wilde doen. Zo heb ik mijn enige commerciële plaat gemaakt. "Kijk me eens diep in mijn ogen", heette het ding en het was afschuwelijk. Ik heb er nog altijd spijt van, hoewel ik er tegelijkertijd blij mee ben. Die plaat heeft namelijk mijn stelling bevestigd dat je alleen maar dingen moet doen waarin je gelooft. Die plaat is een flop geworden, gelukkig. Hij is praktisch niet verkocht. Toen ik begreep wat dat betekende, heb ik tegen mezelf gezegd: Je moet alleen doen waarvan jezelf denkt dat het goed is. En anders maar niets".

In 1962 doet Conny mee aan het Nationaal Songfestival met het lied "Zachtjes". Conny wordt derde. De winnaars zijn De Spelbrekers die met "Katinka" Nederland mogen vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival in Luxemburg. Over Conny schrijft de pers na haar deelname: ze heeft een zware, donkere stem, niet passend bij haar figuurtje, wel gelijkend op de manier waarop ze praat. "Dat zeiden ze wel meer. In Knokke zag Wim Ibo me voor het eerst. Hij dacht: daar komt een lief stemmetje. Het werd wel iets anders. Ik dacht eerst, toen ik het songfestival niet won: nou ben je verloren. Maar dat bleek helemaal niet. Sommigen schreven: was u maar naar Luxemburg gegaan. Dat is natuurlijk nakaarten".

 
    "Het eerste lied dat ook echt een beetje doorbrak, en dat wil niet zeggen dat er meteen een fortuin aan platen van werden verkocht, maar dat een beetje opzien baarde was "Raak me niet aan" in 1963. Dat werd toen mijn repertoire: de verlaten, vereenzaamde vrouw. En zo ging ik ook naar het songfestival in 1965. Ik weet het nog heel goed: ik moest daar drie liedjes voor hebben. Ik weet nog dat Johnny Holshuijsen naar mij toekwam en zei: "Ik heb een lied geschreven en dat is het helemaal voor jou". Dat lied dat heette "Laat me alleen". Het tweede lied, "Van de week",  volgde ook al vrij snel en toen zat ik met twee langzame stukken. Ik zei: "Nu moet ik ook nog een vlot stuk hebben." En toen zei Johnny: "Dat schrijf ik dan ook wel voor je." En dat werd "'t Is genoeg".
Een van mijn mooiste liedjes uit de jaren '60 vind ik nog altijd "Van de week", geschreven door Bert Paige en Willy van Hemert. Een ideaal voorbeeld van een liedje waarin tekst en muziek een volkomen eenheid vormen en ook een nummer waaruit blijkt dat we in Nederland echt wel betere teksten kunnen maken dan de Sinterklaasrijm die je zo dikwijls tegenkomt op de hitparade.
 
  Het is gewoon vakwerk van de bovenste plank. Ik ben bijzonder kritisch wat mijn repertoire aangaat. Ik ben een tekstmens. Ik moet me in het lied kunnen inleven. Ik heb iets (een heel groot iets) tegen teksten die leeg zijn; en er zijn zoveel lege teksten. Ik geloof daarom dat ik zo dol ben op zangers en zangeressen als Jacques Brel en Mahalia Jackson, omdat je voelt hoe ze zich helemaal geven en in hun zang en muziek geloven."

Als ze haar liedjes woensdag 10 februari 1965 voor het eerst presenteert, weet Conny precies wat ze doet en de zaterdag daarna, in de finale, is ze geladen met vechtlust. Ze heeft zich voorgenomen alles te geven wat ze in zich heeft om "t Is genoeg", het lied dat op 10 februari heeft gewonnen, ook op zaterdag te laten winnen. Ze is doodzenuwachtig maar toch blij dat het eindelijk zo ver is. Ze heeft nergens op gerekend en alleen maar gehoopt. Toch komt de overwinnig van haar liedje voor haar niet onverwacht. "Dat succes was geen toevalligheid. Vijf jaar zingen is misschien niet zo lang, maar het is genoeg om te weten wat je kunt. Ik had er naar toegewerkt. Ik heb altijd bepaalde maatstaven gehanteerd bij het uitzoeken van mijn repertoire en ook bij deze presentatie voor het songfestival heb ik niets aan het toeval overgelaten. Ik heb er hard voor gewerkt, niet alleen die laatste weken maar ook de jaren daarvoor toen er voor mij nog van geen songfestival sprake was. Het klinkt misschien gek, maar ik had het gevoel dat ik langzamerhand wel eens aan zoiets toe was...
Voor mezelf zag ik het als een soort erkenning. Ik heb zelf altijd geloofd in wat ik deed, maar uiteindelijk kom je er niet alleen met dat vertrouwen in jezelf. Illusies over de afloop van het songfestival heb ik niet gehad. Ik heb me steeds voorgehouden dat we met z'n vijven waren en dat we dus elk 20 procent kans hadden. Maar ik heb er wel alles aan gedaan wat ik kon doen. Ik dacht: als ik verlies is er nog geen man overboord. Ik had nog niet zo'n geweldige naam dat ik daardoor alles zou stuk maken. Op z'n minst zou ik aan dat festival toch altijd nog een eigen tv-programmaatje hebben overgehouden. Met datzelfde gevoel ging ik naar Napels, met in mijn achterhoofd het idee: als ik daar behoorlijk eindig, zitten er misschien wat buitenlandse contracten in. Ik had in België wel wat voor radio en televisie gedaan, maar daar was het tot dan toe bij gebleven. Er was indertijd ook wel een aanbieding uit Duitsland, maar dan moest ik voor het repertoire een greep doen uit de Duitse schlagersuccessen van dat moment. Dat was natuurlijk belachelijk".

"De pers schreef na mijn overwinning in het Nationale Songfestival: "Wulps om haar as draaiend, zong Conny Vandenbos "'t Is genoeg". En: "Als een wuivende rietpalm bewoog ze zich over het scherm". En ik was daar boos over, maar achteraf denk je: ja, die mensen hadden natuurlijk wel gelijk. Het is niet te geloven hoe ik daar stond te slingeren".

 
    Het Eurovisie Songfestival in Napels maakt een grote indruk op Conny.
"Om te beginnen was het een tijd waarin niet iedereen om de week het vliegtuig pakte naar Italië of een ander buitenissig oord, dus dat was al heel bijzonder. Daar kwam bij dat Italië een festivalgek land was; en is. Sanremo stond daar natuurlijk altijd heel hoog genoteerd. Het publiek en vooral ook de journalisten waren echt waanzinning enthousiast over dat festival. Of dat echt belangrijk is, weet ik niet."

"In combinatie met het songfestival vind ik de term Oranje-gevoel wat ver gezocht. Dat hoort meer bij voetballen, geloof ik. Ik voelde me wel een vertegenwoordiger omdat ik een week had gesongfestivald in Nederland. Vijf dagen met vijf solisten, dat was al heel spectaculair voor die dagen. En ik werd uiteindelijk de winnaar met dat liedje "'t Is genoeg" en mocht naar Napels. Dat gaf wel een soort Nederlands gevoel. Ik ging voor mezelf. Ja, natuurlijk! Maar ik was er wel trots op dat ik Nederland mocht vertegenwoordigen. Ik was bloednerveus. Vooral omdat een of andere Italiaanse kapper m'n haar totaal had verknald".

Op het Eurovisie Songfestival in Napels krijgt ze slechts vijf punten (van Noorwegen) voor "'t Is genoeg", maar die vijf punten zijn ruim voldoende voor een groeiende nationale én
 
  internationale belangstelling. Ze treedt bijna elke avond ergens in het land op en aan de stroom aanbiedingen lijkt geen einde te komen. "In mei 1965 was ik in Duitsland en België. In Duitsland trad ik in een populair radio dansprogramma op; in België zong ik in een televisieprogramma dat door zes landen werd uitgezonden. Ik heb daarin onder andere "'t Is genoeg" in het Noors gezongen, omdat de Scandinavische landen dit programma ook wilden uitzenden".

Kort na het Eurovisie Songfestival wachten Conny alweer de volgende songfestivals: van donderdag 5 tot en met zondag 8 augustus organiseert de Poolse radio en televisie het vijfde "International Festival of Light Music", beter bekend als het Sopot-festival. Alle deelnemers moeten een nieuw liedje zingen, een Pools liedje in de taal van het deelnemende land en een lied naar eigen keuze. Conny Vandenbos zingt tijdens dit festival "Speel toch open kaart" (van Pieter Goemans en Ted Powder), "Taxi naar het station", een Pools liedje in een vertaling van Ernst van Altena, en als vrij lied "Trop tard".

Het Sopot-festival vindt aansluiting in het concours "Charme van het Chanson" dat van 13 tot en met 16 augustus 1965 onderdeel is van het Noordzeefestival te Oostende.

 
    Conny's zorgvuldig opgebouwde carrière lijkt na jaren zwoegen eindelijk z'n financiële vruchten af te werpen.
"In 1966 had ik opeens een levensgrote hit. "Ik ben gelukkig zonder jou" werd een zilveren plaat. Iets geweldigs in die tijd! Maar... opnieuw een bevestiging van het harde imago dat ik had gekregen na platen als "Raak me niet aan" en "'t Is genoeg". Ik vond het prima hoor, dat "harde" repertoire, maar het was te eenzijdig. Het is maar één facet van wat je kunt, al viel het wel op. Maar het gevaar is, dat mensen gaan denken dat je niets anders kunt. Vanaf dat moment vielen mijn platen tussen wal en schip. Ik wilde wel van dat "harde" af, maar moest het tegelijkertijd wel brengen omdat de mensen me alleen nog zó kenden".

De jaren die volgen, brengen nog wel enkele singles die goed lopen, maar echt grote hits zitten er niet tussen. Langzaam maar zeker ebt het succes weg. Conny blijft wel veel optreden voor radio en televisie en ook op de vaderlandse podia is ze vaak te vinden. Het laatste songfestival waar Conny in de jaren '60 aan deelneemt, is het songfestival in Split, Joegoslavië, van 8 tot en met 12 augustus 1969. Ze zingt daar het speciaal voor die
 
  gelegenheid door Johnny Holshuijsen en Gerrit den Braber geschreven liedje "Vlag van mij". Maanden later, in mei 1970, verschijnt "Vlag van mij" in Nederland op een single die is geproduceerd door Rik van der Linden van Ekseption, die de opname overgiet met een flinke portie Ekseption-klanken. Het plaatje doet nagenoeg niets en belandt al vrij snel in de uitverkoopbakken.

Kort daarna wordt het stil rond Conny. Het lijkt er meer en meer op dat Conny heeft besloten zich volledig te wijden aan de opvoeding van haar in 1969 geboren zoon Jeroen. Maar eind 1974 is daar ineens de eerste uit een rij van vele hits uit de jaren '70: "Een roosje, m'n Roosje". De hits en de gouden en platina platen volgen elkaar in rap tempo op. En de prijzen waar ze in de jaren '60 steeds naast heeft gegrepen, komen nu allemaal tegelijk: de Edison, de Gouden Harp, drie keer achtereen een Productieprijs, de Edith Piaf Trofee en de Gulden Vedel, om slechts enkele te noemen. Na 1981 wordt het succes weer minder. De platen verkopen nog wel goed, maar hebben langer dan voorheen de tijd nodig om voor de platenmaatschappij winst te maken. In 1995 verschijnt het laatste reguliere album van Conny, getiteld "Vriendschap".

 
    In 1997 wordt Conny gevraagd of ze wil meewerken aan het programma "De uitdaging" van de AVRO. In de aflevering die op 24 maart van dat jaar wordt uitgezonden, zingen artiesten die ooit voor Nederland aan het Eurovisie Songfestival hadden deelgenomen hun lied in duet met een verstandelijk gehandicapte. Na tweeëndertig jaar is "'t Is genoeg" eindelijk een succes: Conny en haar partner winnen dit alternatieve songfestival met een grote voorsprong op de andere deelnemers!

In de jaren '90 presenteert Conny succesvol programma's bij onder andere Radio Utrecht en Radio Noordzee Nationaal. Ondanks dat ze zich bij die zenders hard maakt voor meer Nederlandse muziek op de radio, is ze er geen voorstander van op het Eurovisie Songfestival in de eigen taal te zingen. "De hele wereld is gewend om popmuziek in het Engels te horen, dus de oren staan naar Engels. Als men dan een liedje moet beoordelen in een taal die men helemaal niet kent, en die bovendien in je oren klinkt als Chinees voor ons, dan denk ik dat het heel moeilijk is om op die manier toch goed en zonder handicap een liedje te beoordelen. Ik vind het jammer voor de Nederlandse cultuur, maar ik denk dat je een enorme handicap hebt. Ik denk ook dat het Songfestival door de jaren heen veranderd is. En dat het allemaal wat vriendelijker was in de eerste jaren. 't Was minder commercieel, en dan bedoel ik commercieel in de goede zin van het woord. Het is nu een
 
  echte liedjeswedstrijd waarmee veel te scoren valt en misschien ook wel te verliezen valt als je het niet goed doet, zeker als je iets te verdedigen hebt. Ik denk als je goed scoort, dat je daar heel veel aan kunt hebben voor de rest van je carrière, als je natuurlijk ook intelligent genoeg bent om het in die carrière verder mee te dragen".

In 1998 mag Conny tijdens het Eurovisie Songfestival de Nederlandse punten bekend maken. Op Conny en presentatrice Ulrika
 
  Jonsson na, lijkt iedereen te denken dat Ulrika Conny beledigt als ze zegt dat het "a long time ago" is dat Conny op het Eurovisiepodium stond. Maar behalve de liedjes, wordt ook het contact en het praatje met degenen die punten moeten geven, gerepeteerd. En wie de repetitieband bekijkt en vooral beluistert, zal merken dat wat Conny en Ulrika op 9 mei zeggen, nagenoeg gelijk is aan wat op 8 mei is gerepeteerd. Het grootste verschil is eigenlijk dat Conny op 8 mei op verzoek van Ulrika een stukje van "'t Is genoeg" zingt.

Conny's laatste Songfestivalervaring is op 30 juni 1999, als ze optreedt tijdens het Amsterdaverend Songfestival en voor de laatste keer "'t Is genoeg" zingt. Tijdens Conny's jubileumconcert op 30 september 2001 noemt ze het Eurovisie Songfestival wel, maar zingt ze haar bijdrage uit 1965 niet.

Het Eurovisie Songfestival loopt bij Conny, zoals bij zoveel artiesten, als een rode draad door haar carrière. Haar liedje "'t Is genoeg" zingt ze door de jaren heen bij diverse gelegenheden, maar het Eurovisie Songfestival zelf ziet ze als een afgesloten hoofdstuk. "Ik kan niet zeggen dat ik spijt heb van iets wat ik in het verleden heb gedaan. Er zijn natuurlijk wel dingen die ik nooit meer zou doen, zoals de songfestivals. Daar zal niemand mij ooit nog voor strikken. Weken leef je toe naar één moment, waarop je alles in drie minuten moet waarmaken. Alles hangt af van dat ene liedje. De spanningen die je daarvoor moet ondergaan, zijn eigenlijk onmenselijk. Verschillende keren heb ik dat meegemaakt en ik deed het helemaal niet met tegenzin. Ik deed het om iets te bereiken en ik weet zeker dat de ervaringen die ik toen heb opgedaan, bijgedragen hebben tot het succes dat ik nu heb. Ik kan met recht zeggen dat ik met vallen en opstaan heel veel heb geleerd."
 
 
     


© 2005-2017 Vogelvrij Producties